Nina is moeder van 4 kinderen. Haar oudste dochter heeft mentale en lichamelijke beperkingen. Haar man is getroffen door een beroerte en verblijft bij familie in de stad.
Nina woont met haar kinderen buiten een dorpje in het binnenland. De sociaal werker van KidsCare leert haar hoe ze haar oudste dochter goed kan verzorgen. Zo doen ze samen bewegingsoefeningen. Ook heeft Nina een rolstoel gekregen, die geschikt is voor het ruige terrein. Nu hoeft zij haar dochter niet thuis te laten als zij zelf weggaat.
Naast de hulp voor haar dochter leert Nina ook om economisch zelfstandig te worden. Ze heeft zaadjes gekregen om te planten. uit deze zaadjes zijn inmiddels grote bananenbomen gegroeid, die vruchten geven. De trossen bananen verkoopt Nina op de markt.